Wij gedenken
Joseph de Vries en zijn twee zussen zijn een slagerij begonnen op de Hoogstraat, dat was in 1913. De familie de Vries heeft dertig jaar op de Hoogstraat gewoond en deel uitgemaakt van de Werkendamse gemeenschap. De familie de Vries krijgt schriftelijk bevel dat zij zich moesten melden. Toen in Werkendam bekend werd dat zij zich moest melden, werd er gezegd dat zij moesten onderduiken, er werd hun adressen aangeboden. Zij zeiden: ‘wat zullen ze ons nu doen, we zijn oude mensen.’ Dr. T. Brienen schreef: ‘Joseph was een kosjere slager en omdat mijn vader (D.A. Brienen) ook slager was, was er een wederzijds contact. Vooral de dames de Vries kwamen veel bij ons over de vloer en hielpen mijn moeder in het huishouden en het schoonhouden van de slagerij. Tante Liesbeth en tante Hanna zo werden zij door ons genoemd. Tante Hanna leerde mij afdrogen, ze vertelde dat ik de messen niet met de scherpe kant naar mijn vingers gericht moest afdrogen, maar met de rugkant. Ik heb veel van hen geleerd. Toen zij opgeroepen werden om zich te melden, zeiden ze tegen mijn ouders: “Och, we komen zo weer terug, want we hebben niets verkeerds gedaan. Dat weten jullie toch ook!!” Ja dat wisten we, het waren schatten van mensen.’ Zij en anderen hadden nog niet van de waanzin van het Nazi systeem gehoord. Of misschien wel gehoord, maar niet kunnen bevatten hoe erg het wel was.