top of page

GEALLIEERDE GRAVEN WERKENDAM

"They shall not grow old"

Op de begraafplaats bij het Laantje in Werkendam zijn 24 graven van de Commonwealth War Graves Commission terug te vinden. Daarnaast liggen er 3 personen begraven welke onderscheiden zijn met een Militaire Willems-Orde. 

Onderstaand is informatie beschikbaar over de geallieerde militairen welke begraven liggen op deze begraafplaats.

De onderstaand groepering is gemaakt per bemanning van het betreffende vliegtuig. Onderaan kan nog informatie gevonden worden over de 4 militairen die gesneuveld zijn bij de slag om het Kapelsche Veer.

1521190919174337_edited.jpg
Lancaster 101_edited.jpg

LANCASTER LM 508 SR-F

21/06/1944 - 101 Squadron

Het is laat in de avond van 21 juni 1944. In Engeland stijgt een luchtvloot van de RAF op. Een voor een vertrekken de 127 Lancasters vanaf vliegveld Ludford Magna. Naast de Lancasters gaan er ook zes Mosquitos mee. De vliegtuigen gaan op weg richting Wesseling, in nazi-Duitsland. Het doel is een fabriek waar synthetische olie geproduceerd wordt. De aanval werd later bekend als de Wesseling Raid. Een van de Lancasters in dit squadron was de LM 508 SR-F onder leiding van Pilot Officer Gerry Hingley.  Zij stijgen op om 23:17 uur en vertrekken richting het doel.
Al op de heenweg krijgt de bemanning te maken met problemen als een van de vier motoren wordt geraakt door afweergeschut van de Duitsers. Toch besluit de bemanning om door te gaan en het bombardement uit te voeren. Echter boven het doel en op de terugweg wordt de Lancaster weer raak geschoten. Een brandstoftank is geraakt en staartschutter Sergeant John Keogh is dodelijk getroffen. De piloot besluit dat de bemanning het vliegtuig moet verlaten. Sergeant Thomas Duff is ernstig gewond geraakt door beschietingen van een Duitse nachtjager, dit is een Junker 88, gevlogen door piloot Hans Schafer, onderofficier Heinz Mauter en korporaal Karl Gliebmann. Duff wordt nog door Sergeant Rogerson met parachute uit het vliegtuig geduwd maar helaas overleeft hij dit niet.
Het vliegtuig stort tegen 02:00 uur neer vlakbij de T-splitsing van wat nu de Grote Waardweg/Weerensteinweg is. Piloot Hingley zweeft met zijn parachute tegen een brug en breekt zijn rug. Hij wordt door de Duitsers opgepakt en naar een ziekenhuis gebracht. Alle overige bemanningsleden komen veilig op de grond aan met hun parachute maar worden wel krijgsgevangene gemaakt.
Sergeant Duff wordt begraven in Werkendam. In het najaar van 2014 is het wrak van de Lancaster opgegraven. Hierbij is het stoffelijk overschot van Sergeant John Keogh aangetroffen. Hij is op 30 juni 2016 begraven op de begraafplaats in Werkendam. Meer informatie over Sergeant Duff en Sergeant Keogh kan gevonden worden onder de knop "bemanning".

Vickers Wellington_edited.jpg

VICKERS WELLINGTON HE 244 AS-D

04/05/1943 - 166 Squadron


Op dinsdag 4 mei 1943 stond het eerste grote bombardement op Dortmund gepland. Hieraan deden in totaal 596 vliegtuigen mee. 166 squadron leverde 12 Vickers Wellington X toestellen voor deze operatie. Een van deze vliegtuigen,HE 244 onder leiding van piloot sgt Arthur Irving Stark, steeg om 22.20 op van vliegbasis Kirmington richting Duitsland. Onderweg werd het toestel boven Werkendam onderschept door Hptm Hans Dieter Frank (2./NJG1) opgestegen vanaf vliegbasis Gilze Rijen. De Wellington was geen partij voor de Bf 110 G-4 van Frank en het toestel stort op 5 mei 1943 om 02.38 neer nabij de Kievitswaard in Werkendam (7B). Alle 5 de bemanningsleden komen hierbij om. Hun namen en wie zij waren vind u terug onder de knop "bemanning"

BU-S W7567 kl.jpg

SHORT STIRLING W 7567 BU-S

23/07/1942 - 214 Squadron


Op 23 juli 1942 stonden er 8 Short Stirlings MK1 klaar om vanaf vliegbasis Stradishall richting Duisburg te vertrekken. Zij waren onderdeel van in totaal 215 vliegtuigen met als bestemming Duisburg. 1 van deze 8 Short Stirlings kon door technische mankementen niet opstijgen en zodoende vertrokken er 7 richting Duitsland. Tussen 02.21 en 02.40 werden de bommen afgeworpen boven Duisburg maar slechts door 6 toestellen. Op de heenweg werden ze namelijk nagezeten door een Duitse nachtjager JU-88 en die wist 1 van de vliegtuigen boven Oss neer te schieten. Het was de W 7567 van Pilot Officer Jack Dempsey Peel die geraakt was. Hij wist het toestel nog om te keren om te proberen veilig naar de UK terug te keren. Dit mocht echter niet zo zijn.
Omstreeks 02.21 uur stortte dit vliegtuig neer in de omgeving van de boerderij van Salomon Glerum nabij de polder Kroon en Zalm (6 B) Alleen de gewonde marconist Chyriel Fairhall overleefde de crash en kreeg medische hulp van dokter Schols in Werkendam. Daarna werd hij gevangen genomen door de Duitsers. De rest van de bemanningsleden en ook Pilot Officer Jack Dempsey Peel kwamen allemaal om het leven bij deze crash. Hun namen vind u terug onder de knop "bemanning"

Crashed plane.jpg

BOULTON PAUL DEFIANT BLUE-3 L 6960

13/05/1940 - 264 squadron

Op 13 mei 1940 tijdens de Duitse invasie in Nederland vertrok om 4.15 vanaf RAF Duxford (Engeland) een twee persoons 'Boulton Paul Defiant type 1' nachtjager. Deze nachtjager had samen met nog vijf andere Defiant's en zes Spitfires een missie om langs de Nederlandse kust Duitse troepen aan te vallen. In de buurt van IJmuiden kwam het toestel onder vuur van een Nederlands luchtafweergeschut, na het seinen van de letter van de dag (elke dag was er ter communicatie een letter vrij gegeven die d.m.v. een lamp te seinen was vanuit het vliegtuig, dit werd ook vaak gebruikt tijdens droppingen voor het verzet) stopte de Nederlanders direct met vuren. Later in de buurt van Rotterdam zagen de Engelse piloten Duitse Stuka's die bombardementen uitvoerden op Nederlandse stellingen, Chandler en de andere piloten gingen direct in de aanval maar werden al vrij snel zelf onder vuur genomen door een groep van ongeveer 25 Messerschmitt BF109 jagers. Chandler en zijn 'gunner' McLeish stortte vervolgens om 5.30 neer in de Biesbosch. Het lichaam van McLeish werd na zes weken gevonden en begraven op de begraafplaats in Werkendam, maar het lichaam van Chandler werd pas na elf maanden gevonden tijdens het blootleggen van het wrak. Chandler werd naar Made gebracht en daar begraven op deze begraafplaats.

Halifax-mk3 algemeen.jpg

HALIFAX  LV  962 QB-X

24/04/1944 - 424 squadron

Om 21:41 Steeg de bemanning op met hun Halifax bommenwerper. Het doel voor deze operatie was Karlsruhe.

26042020-Overdiepsepolder-028-LR-1024x683 (2).jpg

SLAG OM HET KAPELSCHE VEER

47 Royal Marine Commando, 41 Royal Marine Commando, 1 Polska Dywizja Pancerna

De Strijd om Kapelsche Veer was een in de winter van 1944-1945 gevoerd gevecht bij Kapelsche Veer in de Overdiepse polder vlakbij Sprang-Capelle. Deze strijd duurde vijf weken en kostte in totaal ongeveer 1200 man aan militaire verliezen: gesneuvelden, gewonden, vermisten en krijgsgevangenen. De strijd kenmerkte zich door bloedige gevechtsacties onder barre winterse omstandigheden.

In november 1944 waren de Duitsers teruggedreven naar de noordoever van de Bergsche Maas. Al vrij snel wisten enkele Duitsers de Bergsche Maas bij Sprang-Capelle over te steken en zich te vestigen in de Overdiepse Polder. Hier ontstond een Duits bruggenhoofd, hiervan uit konden de Duitsers gemakkelijker aanvallen in zuidelijke richting. Deze dreiging werd groot toen op 16 december de Duitsers het Ardennenoffensief begonnen, met als doel de herovering van Antwerpen. De hoofdaanval vond plaats in de Ardennen, maar bij succes zou er vanuit Nederland een steunoperatie uitgevoerd worden. Deze moest onder andere uitgevoerd worden vanuit Kapelsche Veer. Het geallieerde opperbevel, ondersteund door het Nederlandse verzet, zag de dreiging en besloot over te gaan op actie.

De 1st Poolse Pansterdivisie was verantwoordelijk voor de frontbewaking bij het Kapelsche Veer. Het was dan ook deze eenheid die als eerste een poging ondernam om de Duitsers te verjagen. De omstandigheden waren slecht, het was koud en nat. Daarnaast was er weinig beschutting in de polder en was het eigenlijk alleen maar mogelijk om via de dijken op te trekken. Bovendien hadden de Duitsers ruim de tijd gehad om goede verdedigingswerken aan te leggen. 30 december 1944 gingen de Polen in de aanval, helaas mislukte deze aanval met veel slachtoffers als gevolg. De volgende Poolse poging was op 6 januari, maar helaas mislukte deze ook. Wederom met veel slachtoffers. Vervolgens werd besloten om de aanval uit te laten voeren door het Britse No 47 Royal Marine Commando ondersteund door Noorse Commando’s. Ook deze aanval mislukte en wederom vielen er verschillende slachtoffers. Het geallieerde opperbevel besloot om een nieuwe aanval uit te laten voeren, ondanks dat het Ardennenoffensief al was mislukte en er weinig dreiging meer uit ging van het bruggenhoofd. Deze keer moesten de Canadezen de aanval uitvoeren. Wat volgde was een strijd van 26 tot 31 januari waarbij de 4e Canadese Panterdivisie uiteindelijk met een hoge prijs de Duitsers wisten te verdrijven.

Ter nagedachtenis van deze slag is er een monument opgericht waarbij alle betrokken eenheden worden genoemd. Dit monument staat bij een boom die er tijdens de slag ook al stond, 'de boom die alles zag'.

bottom of page